Luigi Tarisio
Tot 1800 was de roem van de Italiaanse vioolbouw buiten eigen land nog beperkt, maar vijftig jaar later had die zich over alle landen verspreid. Voor het grootste deel is dit te danken aan de inspanningen van één ondernemend individu die een groot aantal juwelen van Italiaanse instrumentenbouw onder de aandacht van het brede publiek bracht: Luigi Tarisio.
Hij werd geboren in een armelijk gezin in Fontaneto d'Agogna nabij Novara in de landstreek Piemonte, ten westen van Lombardije. Aanvankelijk ging hij wel naar school, hoewel hij de rest van zijn leven vrijwel analfabeet bleef, en was in de leer als timmerman. Zo bracht hij een bescheiden inkomen bijeen dat hij aanvulde met het spelen van dansmuziek tijdens dorpsbijeenkomsten.
Geleidelijk aan verzamelde Tarisio steeds meer kennis over violen en omdat hij geen geld had kreeg hij ze steeds vaker in bezit door te ruilen. In dorpen, kloosters en conventen bood hij aan om met zijn gereedschap violen te repareren. Met een of twee goede violen die hij in een zak bij zich had, liet hij het verschil horen met de verwaarloosde violen die de verschillende eigenaren op zolders en in kelders tevoorschijn hadden gehaald. Door ruil of koop kwam hij in bezit van bijvoorbeeld Amati, Stradivari en Bergonzi instrumenten, die hij, soms na reparatie, weer verkocht.
Tarisio had een buitengewoon vermogen om de vioolbouwers te herkennen. Door zijn instinct van een geboren verzamelaar en kenner, wist hij nauwkeurig de verschillen tussen de grote Italiaanse bouwers. In het begin van de 19de eeuw werden veel vioolbouwers op één hoop gegooid en waren mensen als Stradivari en Giuseppe Guarneri nauwelijks bekend. Dankzij zijn instinct en een bijna feilloos oog, herkende Tarisio op het eerste gezicht vaak niet alleen de bouwer van een instrument, maar, naar beweerd werd, zelfs het jaar waarin het gemaakt was. Hij wist Amati’s precies te waarderen en kende bijvoorbeeld de verschillen tussen Nicoló en Andrea Amati en de kwaliteiten van een Stradivari en al de andere Cremonese en Italiaanse bouwers.
Hij had een belangrijk voordeel boven alle andere handelaren en kenners, namelijk dat hij de instrumenten in hun oorspronkelijke conditie aantrof, zonder latere veranderingen of geknoei met de labels. De dagen waarin onbekende labels werden vervangen door die van grote meesters waren nog niet aangebroken, waardoor hij in staat was om de karakteristieken van elk van hen goed te leren kennen zonder het gevaar van verwarring. Na vijftien jaar bezat hij de grootste collectie antieke snaarinstrumenten die Italië ooit had gezien.
Rolverdeling.
Deel 1 | |
Dick van ’t Sant | de verteller |
Rien van Noppen | Vuilleaume |
Els Buitendijk | Angelica, zijn dochter |
Paul van der Lek | Luigi Tarisio |
Huib Orizand | Hector Berlioz |
Ad Noyons | Franz Liszt |
Miep van den Berg | gravin d’Agoult |
Frans Somers | Frédéric Chopin |
Dries Krijn | Chanon |
Sacco van der Made | Aldric |
Johan Wolder | Paganini |
Peter Aryans | een impressario |
Corry van der Linden | |
Elly den Haring | |
Dick Scheffer | |
Jos Brink |
Deel 2 | |
Dick van ’t Sant | de verteller |
Paul van der Lek | Luigi Tarisio |
Els Buitendijk | Angelica |
Corry van der Linden | Luigi als kind |
Wiesje Bouwmeester | grootmoeder |
Dries Krijn | Paolo Stradivarius |
Barbara Hoffmann | zuster Madeleine |
Mien van Kerckhoven-Kling | de moeder-overste |
Jos Knipscheer | broeder Ambrosius |
Irene Poorter | |
Tonny Foletta | |
Dick Scheffer | |
Donald de Marcas | |
Jo Vischer sr. | |
Thom Hakker |
Aanvullende gegevens.
Auteur: | J.H.W. Kool |
Regie: | Dick van Putten |
Omroep: | AVRO |
Uitzending: | Eerste deel op 18 augustus 1960 |
Speelduur: | 2 uur en 24 minuten, 2 delen |
Categorie: | Historisch |
Bron deels: Wikipedia.