So leben wir und nehmen immer Abschied
De titel van dit radiofonisch essay is ontleend aan "De achtste van de Duineser Elegien" van Rainer Maria Rilke. Het is een ander gedicht van Rilke dat centraal staat in dit stuk en dat ook in zijn geheel in het stuk is verwerkt: Orpheus. Euridice. Hermes. Rilkes versie van de beroemdste passage uit de Orpheus en Eurydice-mythe: de wandeling uit de onderwereld. Na een beschrijving van de onderwereld zelf, als een onwerkelijk landschap, waar het begrip ruimte een andere maatvoering kent, volgt een uitvoerig verslag van de wandeling.
Orpheus daalde naar de Tartaros en vroeg Hades om een gunst zijn vrouw terug te geven, Hades wilde dit niet. Toen ging Orpheus op zijn lier spelen en ontroerde Hades zo dat hij er mee instemde. Er was slechts een addertje onder het gras, hij mocht niet omkijken naar Eurydice tot dat zij uit de Tartaros waren. Onderweg vroeg Orpheus de hele tijd aan Eurydice: Ben je daar nog? zij antwoordde keer op keer met: Ja, liefste, ik ben er nog. Op een keer kwam er geen antwoord. Daarom keek Orpheus in zijn schrik om zonder erbij na te denken en verloor hierdoor zijn eeuwige liefde Eurydice.
Rolverdeling.
Gusta Teengs Gerritsen |
Peter Sänger |
Yond Boeke |
Patty Krone |
Claudio del Maestro |
Flavia Orlanda |
Aanvullende gegevens.
Auteur: | Rainer Maria Rilke |
Bewerking en regie: | Peter te Nuyl |
Omroep: | NOS |
Uitzending: | 06-02-1987 |
Speelduur: | 72 minuten |
Categorie: | Klassiek drama |
Over de muziek.
Willem-Jan van Baarsen (jongenssopraan) en Jacques Boogaart (fluitist).
Bron deels: Wikipedia.